Een weekend in Macastre, een dorpje zo’n slordige 40 km ten westen van Valencia. Ik logeer een weekend bij mijn nicht die al ruim 30 jaar in deze omgeving woont en helemaal is ingeburgerd in de Spaanse cultuur. Dit weekend blijkt ook het weekend van las Fallas in Macastre te zijn. Bof ik even!

Las Fallas is een traditioneel straatfeest ter ere van Sint-Jozef dat ieder jaar in de stad Valencia wordt gehouden. Het eindigt op 19 maart met de verbranding van het bouwwerk – de Fallas. Drie weken ervoor begint het met de openingsceremonie La Crida, een lichtshow met vuurwerk. Bij dit straatfeest zijn veel muzikanten actief. De muzikanten van Macastre gaan veelal spelen in Valencia. Om die reden viert het dorp haar eigen Las Fallas een paar weken later, in het weekend na Pasen.

Op het dorpsplein
Mijn nicht neemt mij mee naar het plein in het dorp waar het gaat gebeuren. Er staan twee bouwwerken, een kleine van bijna twee meter hoog en een grote van wel acht meter. Geheel verschillend van elkaar en allebei met een eigen betekenis. Het grote bouwwerk gaat dit keer over communicatiemiddelen door de jaren heen, van een bakeliet telefoon, telefooncel tot en met ChatGPT aan toe. Er zitten vele uren werk van de vrijwilligers in, dat is te zien.

Kinderen en vuurwerk
Het wordt steeds drukker op het plein, er staat iets te gebeuren, ik voel de energie toenemen. Jong en oud is er, van opa’s en oma’s tot hele jonge kinderen en baby’s. Die worden op de arm of in draagdoek gedragen, zo mooi om te zien, zo on-Nederlands. Daardoor horen kinderen er gewoon veel meer bij, ze worden meegenomen en maken het allemaal mee. Kinderen steken knalvuurwerk af, dat gaat eindeloos door. Ik ben verbaasd dat dat mag, denkend aan alle regels in Nederland, hier is het kennelijk heel gewoon. De kinderen heb een soort stevig lont in hun handen waarmee ze de knallers telkens aansteken.

Iedereen doet iets
Er lopen veel vrouwen met gezichtsversieringen, elke groep vrouwen heeft een andere tekening van mooie lijnen, het is duidelijk wie bij elkaar hoort. Ineens moet het terras dat midden op de straat staat, aan de kant. De rommel en afval op de grond wordt nu pas opgeveegd, de straat wordt vrijgemaakt en er verzamelen zich steeds meer mensen op de stoep.
 
Het is zo leuk om te zien dat iedereen elkaar kent, begroet, een praatje maakt en weer verder loopt. Alle dorpsbewoners voelen zich hier thuis en ze genieten zo. Ik denk ook dat ze allemaal een steentje bijdragen aan dit feest; van het samen maken van de Fallas tot het  aansteken van het vuur aan het einde en alles wat er verder bij hoort. Iedereen is betrokken, dat maakt het tot een heus dorpsfeest, dat ken ik niet zo in ons land.

De optocht
Dan horen we de muziek. In de verte zien we rijen van vijf of zes mensen gearmd naast elkaar lopen, gekleed met lange gewaden en hoofddeksels. Het symboliseert de ontmoetingen en veroveringen van de christenen en de moren die een gedeelte van de historie van elke stad of dorp afzonderlijke uitbeelden. Dat is dus in elke plaats een beetje anders.

Majestueus en synchroon aan elkaar
Heel langzaam komen ze dichterbij. In groepjes van één, twee of drie rijen, in allerlei kleuren: blauw, groen, wit, bruin en rood. Elke groep heeft een voorloper die wat uitbundige bewegingen maakt. Ze bewegen allemaal in een speciale langzame pas, met de voeten maken ze een zijwaartse beweging en heel klein beetje vooruit. Majestueus, synchroon aan elkaar en heel erg langzaam. 

Die kostuums!
Ik kan het zo wel goed zien, kijk mijn ogen uit en bewonder de prachtige kostuums. Ik zou wel mee willen lopen, zo mooi! In het midden én aan het einde lopen, in het zwart, de muzikanten met de trommelaars voorop. Gelach, gejuich en applaus van het publiek. Wát een feest, fantastisch om mee te maken. Natuurlijk geniet ik er ook van om te zien hoe mijn nicht thuis is in dit dorp.

De mascleta en het vuur
Ook op zondag gaat het knallen met vuurwerk onophoudelijk door. Helaas missen we de processie, maar zien we wel de bloemen en andere groene strooisels. Die avond gaan de Fallas in het vuur op. Er gaat een heel ritueel aan vooraf. Weer is het druk op het plein, en ook vandaag weer alle leeftijden, dit is echt een feest voor iedereen.

We eten buñuelos volgens de traditie
Er zijn buñuelos – zoete, warme deegbaksels die echt bij deze dagen horen. Het lijkt een beetje op een appelflap zonder appel. De buñuelos kun je ook dopen in chocola, maar die is helaas al op. Terwijl we ze oppeuzelen, zie ik dat er grote zakken zand en dozen met onbekende inhoud worden klaargezet bij de kleine Fallas van de kinderen. Een grote slinger erboven die het vuur in de Fallas moet brengen, zo laat ik me vertellen.

Alsof het nieuwjaarsnacht is
Dan gaan de lampen uit, het wordt donker op het plein. Het gaat gebeuren. Eerst wat knallers en dan het vuurwerk. Het schiet hoog in de lucht en spat in vele kleuren uiteen. Prachtig. Alsof het nieuwjaarsnacht is. Dan plots een geheel andere knal met fel oranje licht en achter elkaar door een hele serie… de oorverdovende  mascleta! En, het vuur is in de Fallas gekomen, precies zoals het bedoeld was. Eerst brandt het langzaam en dan worden het behoorlijk grote, hoge vlammen. Ik ben wel wat vuur gewend, maar hier schrik ik even van, ik ben de enige geloof ik, ben waarschijnlijk ook de enige toerist. Mijn nicht heeft al aan heel wat mensen verteld dat ik haar ‘prima’ (nicht) ben. De hitte is op meters afstand voelbaar. Weer applaus en gejuich.

Het branden van de grote Fallas
Pas als het vuur bijna uit is en het bouwwerk tot as is vergaan, gaat het licht weer aan. In de grote tent gaan alle dorpsbewoners aan lange tafels eten. En ze bereiden zich voor op deel twee: het branden van de grote Fallas. Dat vuurwerk is nóg luider, de vlammen zijn nóg hoger en de hitte nóg heter!

De volgende ochtend rijden we langs het plein en we zien dat alles al is opgeruimd, het feest is voorbij.