Ga je naar Granada? Dan is een bezoek aan het Alhambra een must. Deze ‘stad in een stad’ – met een oppervlakte van 140.000 m²werd in de 13e eeuw gebouwd door de Moren op de heuvel Al-Sabika. De Moorse architectuur is zo fascinerend mooi dat we dankbaar mogen zijn dat we er nu 800 jaar later nog steeds van kunnen genieten.

Qal’at al-Hamra
Mohamed I ibn Nasr kwam in 1237 aan de macht in Granada, Málaga en Almería en werd daarmee de eerste Islamitische koning in Spanje. Hij ging in Granada wonen en nam het wijze besluit om de paleizen in het Albaicin te verlaten en zijn residentie over te brengen naar de andere kant van de rivier Darro, naar de top van de Sabika-heuvel. Dit was een veel strategischer en veiligere omgeving. Het werd destijds Qal’at al-Hamragenoemd, Arabisch voor het rode kasteel dat refereerde aan een rood-bakstenen gebouw op de top van de Sabika-heuvel.

In 1238 beval hij echter om er een nieuw paleis en burcht neer te zetten. Hij beklom de berg en gaf direct aan hoe groot het nieuwe paleis moest worden. Nog datzelfde jaar was er een kanaal gegraven dat het water omhoog kon brengen.

De Nasrid dynastie
In de jaren die volgden werd het Alhambra getransformeerd tot een complex met paleizen, tuinen en een eigen irrigatiesysteem. De latere heersers van de Nasrid (Arabische islamitische) dynastie veranderden in de daaropvolgende eeuw het complex continu. Delen werden verplaatst, uitgebouwd, veranderd en gerepareerd. De enige elementen uit de tijd van Mohamed I zijn sommige muren aan de westelijke kant van de Alcazaba. Zijn opvolgers bouwden het oudste grote paleis, Palacio del Partal Alto, maar ook Palacio del Exconvento en Palacio de los Infantes komen uit die tijd.

Mohammed III was verantwoordelijk voor Partal Palace, evenals de originele moskee uit die tijd. Hier staat nu de kerk van Santa Maria. Ismail I begon met een significante verandering, namelijk de bouw van het Comares paleis en de Rawda, een mausoleum.

In 1333 besteeg Yusuf I de troon. Hij werkte verder aan het Comares paleis, evenals het begin van de Hall of Ambassadors. Zijn opvolger, Mohammed V, werkte weer verder aan het Comares paleis en begon met het Paleis van de leeuwen. Hij werd gezien als de meest intelligente sultan van de Nasriden. Hij liet ook schilders uit Sevilla delen van het Alhambra schilderen als culturele uitwisseling, en had een grote passie voor astronomie.

Hoewel de Nasriden dynastie nog wel honderd jaar zou duren, werd er hierna niet veel meer veranderd aan het Alhambra.

Einde van het moslimtijdperk in Spanje
Vooral in de laatste 15 jaar verloren de Nasriden veel terrein aan de machtigere legers van Castilië. Na een 10 jaar durende harde confrontatie (1482-1492) moest de laatste sultan, Mohammed Abu Abdallah (zijn bijnaam was Boabdil) zich in januari 1492 overgeven en kreeg hij de toestemming om het Alhambra met zijn hele hof en leger te verlaten naar de Sierra Nevada. Boabdil verliet het door de poort die later bekend kwam te staan als de Puerta de los siete suelos. Het is een poort die het einde symboliseert van het moslimtijdperk in Spanje.

De tijd van de christenen
Toen de katholieke veroveraars in 1492 de stad innamen, met keizer Karel V aan het roer, waren ze gefascineerd door de verborgen schoonheden van de paleizen van het Alhambra. Ze bezetten het Alcazaba, de verdedigingsmuren en de Koninklijke Nasridische residentie (de paleizen). Toch begonnen ze bepaalde dingen te wijzigen. Er werd veel witkalk gebruikt wat de originele beschilderingen, veelal Arabische teksten, beschadigde of liet verdwijnen.

Karel V en Isabella
In 1526 brachten Karel V en Isabella hun huwelijksreis door in het Alhambra en bleven ze er zo’n zes maanden. Tijdens deze huwelijksreis beval hij het begin van de bouw van een paleis (in renaissancestijl), binnen de muren van het Alhambra. Hij liet delen van het Alhambra ervoor afbreken en veranderen en zo begon de daadwerkelijke bouw in 1527. Dit paleis (Palacio de Carlos V) is nooit afgemaakt in hun leven en bleef zelfs tot in de tweede helft van de 20e eeuw zonder dak.

Napoleon
In de eeuwen hierna raakte het Alhambra verder beschadigd en werden delen vernietigd om plaats te maken voor Philip V of Napoleon. De troepen van de Franse veldheer bezetten het paleis tussen 1810 en 1812 en versterkten hun positie ten koste van het Alhambra. Toen zij het complex evacueerden in 1812 besloten ze alles op te blazen om gebruik ervan door de Spaanse troepen te verhinderen. Acht torens werden opgeblazen, de Spaanse soldaat José Garcia slaagde erin om de lonten van het dynamiet onschadelijk te maken. Hij heeft er in feite voor gezorgd dat de restanten van het Alhambra, zoals wij het kennen, bewaard zijn gebleven.

Restauratie van het Alhambra
Het jaar 1821 was het laatste jaar van achteruitgang, en dit keer kwam het niet door machthebbers, maar door een aardbeving. Hierna begon de grote restauratie in 1828. José Contreras was de architect/archeoloog die het onder handen nam. Toen hij in 1847 overleed, zette zijn zoon het werk voort totdat ook hij in 1890 overleed. Hierna zette de kleinzoon van José Contreras het werk voort. Later heeft ook architect Leopoldo Torres Balbás belangrijke werk verricht in de restauratie van het Alhambra. Behalve het vinden van de lege graven opende de jonge archeoloog ook zuilengangen die waren dichtgemetseld, verving hij tegels die ontbraken en installeerde hij bijvoorbeeld het missende plafond in Palacio de Carlos V.

UNESCO Werelderfgoed
Hierdoor is haast iedereen het er vandaag de dag wel over eens dat het Alhambra in Granada behoort tot de meest magistrale gebouwen die ooit door de mensheid zijn gemaakt. Vandaar ook dat UNESCO het monument in 1984 heeft opgenomen in haar Werelderfgoedlijst.

In mijn volgende blog vertel ik wat voor moois er allemaal te zien op het enorme Alhambra-complex.

Bronnen: ‘Het Alhambra’ van Miguel Sánchez, ruralydays.com, alhambratickets.nl, spaansesteden.nl