Ik leer hier elke dag. Om dingen anders te doen, niet te doen, me in andere gewoonten te voegen en zaken anders te bekijken. Althans dat probeer ik. Een ding wat ik te leren had, was de Spaanse taal. Ik kon me verstaanbaar maken en anderen verstaan. Maar dan mocht er geen omgevingsgeluid zijn, geen dialect, geen geroezemoes op de achtergrond en geen mondkapje.
‘Wat zeg jij raar ‘gracias’, merkte mijn man Henri op. Het was me zelf ook al opgevallen, gracias alsof ik een konijn ben die dankjewel zegt met een blaadje sla in zijn bek. Misschien word ik binnenkort wel getroffen door een ernstige hersenziekte. Toen moet het begonnen zijn.
Hakkelen en stotteren
Ergens had ik gehoopt dat dat Spaans me wel aan zou komen waaien en ik de taal meer zou oppikken zoals mijn huid bruin kleurt en niet verbrandt. Maar dat is niet het geval: hoe langer ik hier ben, hoe slechter mijn Spaans lijkt te worden. Ik ga er steeds meer over nadenken en hakkel en stotter meer dan ik zou willen. Nu was het zelfs zover dat ik niet meer gewoon ‘gracias’ kon zeggen. Ik kraam van alles uit in verkeerde tijden en realiseer me dat telkens net te laat.
Zoeken naar woorden
Je zou denken dat je beter wordt naarmate je meer oefent, bij mij schijnt het omgekeerde het geval te zijn. Hoe meer ik met de taal omringd wordt, hoe vaker ik moet zoeken naar woorden en hoe vaker ik er achterkom dat ik iets niet weet. Zeggen dat de vloer uitgevlakt moet worden is namelijk heel iets anders dan twee bier bestellen.
Naar de Spaanse kapper moet toch lukken?
Ik ging hier naar de kapper, een Spaanse. Ik had ook naar een Engels sprekende kapster kunnen gaan, maar vond dat eigenlijk de weg van de minste weerstand. Ik zou toch op zijn minst moeten kunnen uitleggen wat ik met mijn haar wil? Dus ging ik bij de kapster naar binnen en vroeg of ik een afspraak moest maken.
Ze pakte de schaar
’Ik wil een paar highlights,’ zei ik. Bij ons, en ook bij de Engelse kapster, bestel je er dan 8 of 12. En ‘nuevo modelo,’ had ik gezegd. Ze begon met de highlights en het waren er eerder 50 dan 12. Goed, dacht ik, het is niet anders, kom ik wel overheen. Toen de highlights eruit waren gehaald, mijn haar was gewassen en ik weer in de kappersstoel zat, pakte ze haar schaar. We hadden nog geen woord gewisseld. We waren dus op het moment aanbeland dat ze mij had moeten vragen hoe ik het wilde hebben, toch?
Ze vroeg niks
Ik wachtte. Maar ze vroeg niks. En ik zei niks. Een klein schokgolfje trok zich door mijn lijf onder het kappersschort als een rimpel in het water. Zij zag het niet. Ik op mijn beurt zei nog steeds niks. Maar omdat ik toch graag wilde vertellen hoe ik mijn haar wild hebben, en er vooral niet teveel af mocht, toverde ik mijn telefoon tevoorschijn om een plaatje te laten zien met wat het idee was.
De foto sprak toch voor zich?
Ik kon de woorden niet vinden. De foto sprak voor zich. Tenminste dat zou je denken. Het was een model met bijna haar tot op de schouders, in grove lagen. Ik weet niet of ze echt keek en begreep wat ik wilde zeggen. Misschien dacht ze dat ik een foto van een filmster liet zien. Ze knipte drie slagen. Lange lokken vielen op de grond. En toen pakte ze de föhn. Had ze mijn haar nou met drie knippen geknipt? Ik was in shock, want de helft van mijn haar lag op de grond.
Gekortwiekt
Toen ik even later buiten stond, besefte ik dat ik er behoorlijk Nederlands uitzag met het kapsel van clown Bassie. Bij thuiskomst zei Henri: ‘Ik wist niet dat je er zoveel af wilde hebben.’ Met gelijk er achteraan: ‘Het zit wel leuk hoor.’ Hij weet inmiddels hoeveel drama en gezeik dit kan opleveren als je dit niet goed aanpakt. ‘Ik ben gekortwiekt man,’ zei ik nog steeds in shock.
Toen mijn Engelse buren mij een week later meevroegen om naar Spaanse les te gaan, zei ik dus geen nee.